THEMA: KINDEREN IN ARMOEDE
Als in de politiek over armoede wordt gesproken, dan gebeurt dat vaak door de extremen te verbeelden en te verwoorden. Het debat wordt zo opzettelijk gepolariseerd, zoals dat vaker gebeurt om politieke standpunten duidelijk te maken. Als we echter iets aan concrete problemen en zowel de oorzaken als de gevolgen van armoede willen doen, dan moeten we elkaars analyse en visie juist serieus nemen.
In dit nummer:
Onlangs kwam ik op Twitter in een discussie terecht over de bekostiging van primair onderwijs. Een ‘hot’ thema momenteel. Het basisonderwijs roert zich over onderbekostiging en klaagt over werkdruk, lerarentekorten en de lage salarissen. In dat debat zetten ze de situatie in het primair onderwijs regelmatig af tegen het voortgezet onderwijs en het beroeps- en universitair onderwijs, waarvoor de overheid ruimhartiger is.
Als je de kwaliteit van je kinderopvang wil verbeteren dan heb je beslist profijt van de observaties van ‘externe rapporteurs’. Meer nog heb je aan de informatie van eigen ‘interne rapporteurs’. Hoe mooi zou het zijn als kinderopvangorganisaties zelf hun kwaliteit zouden kunnen beoordelen en de resultaten zouden kunnen delen met toezichthouders of ouders? Of, nog mooier, als ze zichzelf kunnen vergelijken met collegaorganisaties?
In de rubriek Werkveld rapporteren professionals in het veld over hun bevindingen. Deze keer vertelt Miek Hehenkamp, procesbegeleider Kindcentra bij Sinncollectief en ambassadeur Pact voor kindcentra, over het succesvolle armoede-project van het kindcentrum dat zij begeleidt. Het kindcentrum is gevestigd in een wijk waar veel armoede heerst, waar gezinnen in de schuldhulpverlening zitten en waar er veel (jeugd)hulp en maatschappelijk werk wordt ingezet vanwege onveilige hechtingsrelaties. Een prachtig voorbeeld van hoe je de effecten van armoede kunt bestrijden als je daar samen echt voor kiest en de juiste partners weet te bewegen om mee te doen.
Armoede is een complex probleem. Als er in Nederland een kind in armoede opgroeit, spelen veel factoren een rol. Heel vaak is het een ongelukkige samenloop van omstandigheden die ouders en kinderen in een vicieuze cirkel gevangen houden. Je kunt het ouders niet kwalijk nemen als ze daar geen uitweg uit vinden. Kinderopvang en onderwijs kunnen hen helpen. Maar hoe?
De rubriek BBMP-Forum staat open voor bijdragen van lezers en andere deskundigen uit het veld. Op deze pagina’s bepleit Hans Schwartz van het CAOP zijn stelling dat in kindvoorzieningen, zoals de brede school en het kindcentrum, inclusie (weer) voorop zou moeten staan. Zijn pleidooi komt voort uit de constatering dat de kansenongelijkheid onder kinderen eerder toeneemt dan afneemt. Hij vraagt zich af of en in hoeverre de trend van alsmaar verdergaande differentiatie en personalisering de veroorzaker is.
In de rubriek Werkveld rapporteren ‘werkers in het veld’ over hun bevindingen. Deze keer licht Hilde Kalthoff, senior adviseur bij het NJi, een aspect toe uit de notitie ‘Opgroeien en opvoeden in armoede’: de positie van ouders. Ouders in armoede vertellen dat zij niet altijd in de basisbehoeften van hun gezin kunnen voorzien en als gevolg daarvan stress ervaren. Dit heeft negatieve invloed op het welzijn en het functioneren van deze ouders en hun kinderen. Naarmate ouders een ondersteunend netwerk hebben, neemt negatief opvoedingsgedrag, zoals schreeuwen tegen kinderen en kinderen slaan, af en neemt positief opvoedingsgedrag, zoals knuffelen en complimenten geven, toe.
Kinderen in armoede. Wat doe je daarmee als maatschappelijke kinderopvangorganisatie? Hoe herken je het en wat kun je ermee? In Rotterdam, Groningen en Den Bosch hebben kinderopvangorganisaties inmiddels ruime ervaring met de ondersteuning van kinderen en ouders die in armoede leven. Dat kost wel wat, want je neemt feitelijk taken over van maatschappelijk werk en welzijnswerk.