Amsterdams Aktiecommitee Kinderopvang boven de zaaglijn december 1987

Amsterdams Aktiecommitee Kinderopvang boven de zaaglijn december 1987

Els Mostert | 1987
Gratis

Omschrijving

Nederland  neemt  binnen  de  EEG  de  laagste  plaats  in  als  het gaat  om  voorzieningen  en  faciliteiten  arbeid  en  ouderschap  te combineren.   Uit   recente   wachtlijsten   (Emancipatieraad,   Ministe­ rie  van  Sociale  Zaken)  blijkt  de  enorme  behoefte  aan  kinderdag­ verblijven alleen maar   toe   te  nemen.   Talloze   initiatieven   zijn het   gevolg:   gastgezinnen,   ruilouders,   diverse   organisaties die voor  bedrijfsopvang   willen   bemiddelen,   bijzondere  dagverblijven voor  gemeentepersoneel,  opleidingen  en  de  PTT,  afgestudeerde groepsleid/st/ers  die  in  het  grijze  circuit  van  de  individuele  op­pas verdwijnen (NRC, 28.11.1987).


En nog is de behoefte aan kinderopvang niet vervuld...
En moet elk initiatief het wiel uitvinden, gepaard gaande met dezelfde kinderziektes...
Wat ontbreekt in Nederland is een samenhangend stimulerings­ beleid op het gebied van de uitbreiding en een centrale regelgeving op het gebied van kwaliteitsontwikkeling- en bewaking. Ter­
wijl de overheid in deze tijd van decentralisatie en wildgroei juist alert zou moeten reageren vanuit haar verantwoordelijk­heid voor werkgelegenheids-, emancipatie-, jeugd- en sociaal- edukatief beleid.
Amsterdam  kent  als  enige  Nederlandse  gemeente  al  in  1983 een beleidsprogramma kinderopvang, waarmee zij een voortrek­ kerspositie inneemt. Het programaccoord 1986-1990 geeft kin­ deropvang opnieuw topprioriteit en leden van de Commissie Jeugdzaken hebben hierbij toegezegd uitbreiding evenveel aan­ dacht te zullen geven als  verbetering van kwaliteit en arbeids­ voorwaarden. Twaalf miljoen wordt voor de realisering in het vooruitzicht gesteld. In 1987 aanvaardt de Gemeenteraad een motie van de PvdA ter opheffing van het assistent leid/st/er- schap. In de wetenschap en media krijgt erkenning van de posi­ tieve waarde van kinderdagverblijven voor jonge kinderen steeds meer aandacht (Tijdschrift voor Psychologie, nov.'87; VN-bijlage 'het vergeten leren', 5.12J87; Frits  Goossens, 'Kwaliteit van de hechtingsrelatie...'). De leid/st/ers  in de Amsterdamse kinder­ dagverblijven zijn hoopvol gestemd.


Bij   de   presentatie   van   de   meerjareninventarisatie   1988-1990 worden de   kriteria   efficiency,   effektiviteit   en   evaluatie   als   de belangrijke  pijlers  voor  de  begroting  aangekondigd.  De  managers van  de  Amsterdamse  kinderdagverblijven  zien  de  financiële  ver­taling  met  vertrouwen  tegemoet.  Verbijsterd  zijn  we  beiden  ech­ ter  als  blijkt  dat  in  de  meerjarenbegroting  1988-1990  niets,  maar dan  ook  niets  van  deze  beleidsprioriteiten  op  het  gebied  van  uit­ breiding,  kwaliteit  en  arbeidsvoorwaarden  is  terug  te  vinden.
De  uitbreiding  tot  4%  in  de  witte-vlekkengebieden  Admiralenbuurt en Watergraafsmeer ontbreekt. De zgn 57 extra kindplaat­sen gaan ten kosten van de kwaliteit en zijn daarmee onaan­vaardbaar voor leiding en besturen.
De aanvragen van subsidie door initiatieven op vrijwilligersbasis worden niet eens  meer genoemd. De aangekondigde uitbreiding met 126 baby- en peuterplaatsen als gevolg van de reorganisatie buitenschoolse opvang is  niet gegarandeerd door een foute kos­ tenberekening en daarmee onduidelijkheid over de effektiviteit van uitplaatsing van de ingebouwde buitenschoolse opvang.
De kwaliteit van de opvang wordt ernstig aangetast. Het plotse­ling dwingend opleggen van maar één model groepsopbouw: 0-2 jaar, 9 babies; 2-4 jaar, 14 peuters, met als  doel uitbreiding van het aantal kinderen per groep, tast [vrijheid in keuze voor] de kwaliteit van de opvang aan en maakt bovendien plaatsing van een percentage kinderen met een handicap of op sociaal-peda- gogische indicatie onmogelijk. Een hoofdstuk apart.
Het niet invoeren van vrijgestelde uren voor C-directies en het terugnemen van 20 vrijgestelde uren voor B-directies maakt management op basis van de zgn. EE-kriteria onmogelijk. Reorganisatie van de buitenschoolse- tot naschoolse-opvang zon­ der vermelding van [taakjuren voor de leid/st/er, huishoudelijke kracht en directie; kriteria voor ruimte, groepsopbouw en - groepsgrootte biedt géén garantie voor kwaliteit.
Ouderbijdragen worden -tegen de afspraken in- verhoogd met ƒ34,- per tariefgroep en per tweede kind. Het gevolg hiervan is dat de toegankelijkheid voor ouders met een minimuminkomen of een tweede kind ernstig wordt bedreigd.
Op  het  gebied  van  arbeidsvoorwaarden  en  -omstandigheden blijft de Gemeente  geheel in  gebreke. De normering  van het niet- agogisch  personeel,  eens  tweede  prioriteit  in  de  nota  van  1983, komt niet eens meer op de begroting voor. De toegezegde ophef­ fing  van  het  assistent  leid/st/erschap  is  om  onbegrijpelijke  rede­ nen  onder  de  zaaglijn  verdwenen.  En  over  de  konsekwenties  van de   aangekondigde   bezuinigingsmaatregelen   als   taakverzwaring bij  groepsvergroting  en  vermindering  van  het  aantal  vrijgestelde directie-uren,  gedwongen  ontslagen  van  groepsleid/st/ers  bij  de­ ze  laatste  maatregel  en  de  reorganisatie  buitenschoolse  in  na­ schoolse opvang wordt al helemaal niet gerept.


Zoals elk kind weet maakt belofte schuld!
Leid/st/ers, managers en besturen van de Amsterdamse kinder­ dagverblijven verwachten dan ook, dat . de uitspraken, in het programaccoord 1986-1990 waargemaakt worden. De beloofde 12 miljoen door Jeugdzaken, Sociale Za­ken en Emancipatie in een gezamenlijke aktie naar Financiën ge­faseerd worden aangewend.
De motie Weeda naar behoren wordt uitgevoerd.

In een periode van toenemende decentralisatie heeft de Ge­ meenteraad de morele plicht de jonge, wild groeiende sektor kin­deropvang zo verantwoord mogelijk over te dragen aan de stads­deelraden.
Geen witte vlekken meer, zorgdragen voor eenheid in subsidienormen, eenheid in de hoogte van de ouderbijdragen, eenheid in arbeidsvoorwaarden.
Amsterdam, de kinderen van nu zijn de generatie van straks, investeer efficiënt in je toekomst.

Aktiecommitee Kinderopvang boven de zaaglijn december 1987
Kontaktpersoon: Els Mostert