Omschrijving
De kwaliteit van kinderopvang valt of staat met de kwaliteit van een pedagogisch medewerker. Het boek Het kind centraal in de kinderopvang nodigt pedagogisch medewerkers uit om bewuster en anders naar het kind, de pedagogische voorbereide omgeving én zichzelf te kijken.
Het kind centraal in de kinderopvang heeft als doel een verdere professionalisering van het beroep pedagogisch medewerker, zodat het kind in de kinderopvang écht centraal komt te staan waarbij het met respect wordt behandeld. Vaak vinden en zeggen we dat we kinderen altijd respectvol en serieus behandelen, maar is dat ook daadwerkelijk het geval?
Naast de houding en attitude van de pedagogisch medewerker wordt er in het boek aandacht besteed aan een taalrijke omgeving en het belang van zelfstandigheid en vrijheid binnen grenzen voor jonge kinderen. Tevens komt de kracht van een uitdagende en uitnodigende voorbereide omgeving aan bod.
Het boek zet aan tot nadenken, tot discussies en tot een verdere bewustzijnsontwikkeling, waardoor het boek zowel geschikt is voor studenten als ervaren pedagogisch medewerkers die met kinderen werken tussen de nul en vier jaar. Tevens zal het leidinggevenden en overige opvoeders van jonge kinderen stof tot nadenken geven en bruikbare handvatten bieden. Het boek geeft naast theoretische informatie, veel concrete voorbeelden, suggesties en opdrachten waardoor het als praktisch handboek te gebruiken is in de dagelijkse praktijk van de kinderopvang en opvoeding.
Inhoud:
1 Kinderopvang
- 1.1 Inleiding 16
- 1.2 Kinderopvang in Nederland in vogelvlucht 16
- 1.3 De term ‘kinderopvang ’ 18
- 1.4 Verticale of horizontale groepen 19
- 1.5 Pedagogische stromingen 20
- 1.6 Behoeftegerichte kinderopvoeding 23
- 1.7 De pedagogische invalshoeken op een rij 26
2 Respect en respectvol aansluiten 29
- 2.1 Inleiding 29
- 2.2 Respect en respectvol handelen 29
- 2.2.1 Wat betekent respect? 29
- 2.2.2 Respectvol handelen 33
- 2.3 Respectvol aansluiten 33
- 2.3.1 Respectvol aansluiten bij de ontwikkeling en interesses van kinderen 33
- 2.3.2 Respectvol aansluiten bij gevoelens van kinderen 35
- 2.3.3 Kinderen storen en voorbereiden 38
- 2.3.4 Respectvol aansluiten bij leidsters 39
- 2.3.5 Respectvol aansluiten bij ouders 41
Attitude en verschijning van de leidster 44
- 3.1 Inleiding 44
- 3.2 Attitude 44 3.2.1 Lief, begripvol en duidelijk 44
- 3.2.2 Positiviteit 45
- 3.2.3 Kindbelang of belang leidster 47
- 3.2.4 Neutraliteit 49
- 3.2.5 Geduld 52
- 3.2.6 Afwachten versus direct ingrijpen 54
- 3.2.7 Ingrijpen bij conflicten 55
- 3.3 Fysieke houding 63
- 3.3.1 Je beweging door de ruimte 64
- 3.3.2 Waar zit of staat de leidster en wat doet ze concreet? 66
- 3.3.3 Houding tijdens een gesprek 67
- 3.3.4 Gezichtsuitdrukking en uitstraling 67
- 3.3.5 Rust en ontspannenheid 68
- 3.4 Handen 69 3.5 Stem en ademhaling 71
- 3.5.1 Stemvolume 71
- 3.5.2 Stem als sfeermaker 73
- 3.5.3 Spreektempo 73
- 3.5.4 Ademhaling 74
- 3.6 Uiterlijk en lichamelijke verzorging 75
- 3.6.1 Lichaamsgeur 75
- 3.6.2 Kleding, make-up en haardracht 75
- 3.6.3 Sieraden 77
4 Contact en verzorging 79
- 4.1 Inleiding 79
- 4.2 Contact met kinderen 79
- 4.2.1 Contact met baby ’s 80
- 4.2.2 Contact met dreumesen 81
- 4.2.3 Contact met peuters 82 4.2.4 Humor 83
- 4.2.5 Contact met ouders 84
- 4.3 Wennen aan het kinderdagverblijf 85
- 4.3.1 Wennen van oudere baby ’s en dreumesen 85
- 4.3.2 Wennen van peuters 86
- 4.4 Een liefde- en respectvolle verzorging 87
- 4.4.1 Baby ’s 88
- 4.4.2 Horizontale positie van baby ’s 89
- 4.4.3 Het verschonen van een baby 89
- 4.4.4 In tien stappen verschonen 92 .
- 4.5 Meebewegen met het kind 93
- 4.4.6 Dreumesen en peuters 94
- 5 Taal en communicatie 96
5.1 Inleiding 96
- 5.2 Passend en niet-passend taalgebruik tegenover een kind 96
- 5.2.1 Kromme taal en verkleinwoorden 96
- 5.2.2 Ik/jij-benoeming 98
- 5.2.3 Wij-vorm 99
- 5.2.4 Liefkozingen 99
- 5.3 Positieve en functionele communicatie 100
- 5.3.1 Positief geformuleerde zinnen 100
- 5.3.2 Ik-boodschappen 100
- 5.3.3 Positieve bekrachtiging 101
- 5.3.4 Non-verbale communicatie 102
- 5.3.5 Functionele taal 103
- 5.3.6 Voorspelbaarheid en kinderen voorbereiden 104
- 5.4 Het stimuleren van de taal- en spraakontwikkeling 105
- 5.4.1 Verwoorden en benoemen 106
- 5.4.2 Opdrachten geven 108
- 5.4.3 Luisteren 109
- 5.4.4 Kinderen uitnodigen tot taal 109
6 De voorbereide omgeving 114
- 6.1 Inleiding 114
- 6.2 De voorbereide binnenomgeving van baby ’s en dreumesen 116
- 6.2.1 Vrije bewegingsontwikkeling bevordert de totale ontwikkeling 116
- 6.2.2 Materialen voor de grove motoriek 117
- 6.2.3 Materialen voor de fijne motoriek die uitnodigen tot onderzoeken 121
- 6.3 Welk materiaal bied je op welke leeftijd aan baby ’s en dreumesen aan? 124
- 6.4 Indeling materiaal in de groepsruimte 129
- 6.5 Begeleiding door de leidster tijdens het spel van baby ’s en dreumesen 130
- 6.6 De voorbereide binnenomgeving van peuters 131
- 6.6.1 Inrichting 131
- 6.6.2 Hoeken 133
- 6.6.3 Kasten 137
- 6.6.4 Materialen en werkjes 138
- 6.7 De rol van de leidster tijdens het spel van peuters 142
- 6.8 De voorbereide omgeving voor peuters in een speelzaal of -hal 144
- 6.9 De voorbereide buitenomgeving voor dreumesen en peuters 145
7 Werkjes en lesjes voor peuters 149
- 7.1 Inleiding 149
- 7.2 Werkjes 149
- 7.2.1 Zintuiglijke materialen en werkjes 149
- 7.2.2 Materialen en werkjes uit het dagelijks leven 151
- 7.2.3 Creatieve materialen en werkjes 153
- 7.2.4 Materialen en werkjes voor (voorbereidend) schrijven, lezen en of rekenen 158
- 7.2.5 Materialen en werkjes over de natuur en de wereld (kosmisch) 160
- 7.3 Lesjes 162
- 7.3.1 Algemene lesjes 163
- 7.3.2 Materiaallesjes 163
- 7.3.3 Namenlesjes 164
- 7.3.4 Lesjes uit het dagelijks leven 164
- 7.3.5 Wellevendheidslesjes 165
- 7.3.6 Individuele lesjes 165
- 7.3.7 Stiltelesjes 166
- 7.3.8 Wanneer geef je welk lesje? 167
8 Vrijheid, regels en grenzen 169
- 8.1 Inleiding 169 8.2 Vrijheid van baby ’s 169
- 8.3 Vrijheid van dreumesen 173
- 8.3.1 Vormen van vrijheid in het kinderdagverblijf bij dreumesen 174
- 8.3.2 Regels en grenzen bij dreumesen 177
- 8.4 Vrijheid van peuters 178
- 8.4.1 Vrijheid met wie te spelen 178
- 8.4.2 Vrijheid wanneer met iets of iemand te spelen 178
- 8.4.3 Vrijheid in het moment van zindelijk worden 179
- 8.4.4 Regels en afspraken 179 8.4.5 Grenzen 182
- 8.4.6 Van politieagent naar betrokken begeleider 184
- 8.5 Opvoeden zonder straffen en belonen 186
- 8.5.1 Niet straffen 186
- 8.5.2 Bekrachtigen in plaats van belonen 188
-
9 Zelfstandigheid 190
- 9.1 Inleiding 190
- 9.2 Beschikbaarheid van de leidster 190
- 9.3 Zelfstandigheid bij baby ’s 192
- 9.4 Zelfstandigheid bij dreumesen 199
- 9.5 Zelfstandigheid bij peuters 204
Literatuur 211
Bijlage 1 Kinderdagverblijf Mickey 212
Bijlage 2 Registratieformulieren taal- en spraakstimulering 220
Bijlage 3 Stappenplan veranderingsproces 221