Anouk zit voor een grote groep kinderen en begint zonder iets te zeggen, met haar handen op haar benen te trommelen. De kinderen zijn meteen stil en kijken geïnteresseerd naar Anouk. ‘Ik doe iets voor en jullie doen mij na.’ Meteen trommelen kinderen mee op hun benen. Anouk gaat trommelend naar haar armen en wanneer ze op haar borst komt, maakt ze er geluid bij. De kinderen doen het na. ‘We lijken wel aapjes’, grinniken ze.