Vroeger werd de opvoeding van onze kinderen veel meer gezamenlijk gedaan. Men leefde in kleinere hechtere gemeenschappen. Dus er waren veel meer mensen die meededen in de opvoeding. Dat gebeurt nu helaas steeds minder, omdat onze maatschappij individueler is geworden. Jammer, want samen sta je veel sterker. We moeten het opvoeden weer meer als een gezamenlijke inspanning gaan zien.
Er is een oud Keniaans gezegde: ‘Gebundelde takken kun je niet breken’. Als je als ouders en omgeving de krachten bundelt sta je ook sterker. En dan kun je kinderen met bijvoorbeeld lastig gedrag veel beter helpen dan wanneer je dat als ouders, of als groepsleider, alleen doet. Dus zoek als groepsleider bij lastig gedrag van een kind de samenwerking op met je collega’s en indien nodig ook met ouders. Of als je merkt dat ouders thuis worstelen met het gedrag van hun kind, nodig ouders uit voor een gesprek en denk met ze mee. Want opvoeden, helemaal van kinderen met lastig gedrag, kan soms best moeilijk zijn. Samen werkt dan beter dan alleen.
Geen quick fix
Een quick fix voor het veranderen van lastig gedrag is er helaas niet. Opvoeden gaat niet volgens een vaste formule en ieder kind is anders. Maar samen met ouders kun je wel zoeken naar de beste aanpak voor hun kind, naar de beste ‘goodness of fit’. Met ‘goodness of fit’ wordt bedoeld dat je als omgeving moet zoeken naar de beste afstemming van de omgeving op de behoeften en kenmerken van ieder kind. Sommige dingen uit de omgeving werken voor de meeste kinderen, zo werkt een vaste dagstructuur met vaste volgordes goed voor veel kinderen. En vaste plekken voor speelgoed helpt ook de meeste kinderen om speelgoed goed te kunnen opruimen. Maar soms heeft een kind meer of andere aanpassingen nodig. Want we kunnen onze kinderen niet veranderen, maar wel de omgeving aanpassen aan onze kinderen.
Het SGG-schema
Het Situatie-Gedrag-Gevolg-, ofwel SGG-schema, is een handige tool, die kan helpen om zo goed mogelijke aanpassingen te bedenken en lastig gedrag van kinderen positief te beïnvloeden. Het SGG-schema is een veelgebruikt denkkader van kinderpsychologen. Het schema kan helpen om van een afstandje te leren kijken naar (lastig) gedrag van een kind en vervolgens te zoeken naar oplossingen voor dat gedrag, voor de beste goodness of fit in die specifieke situatie.
Want: elk Gedrag vindt in een Situatie plaats. Die Situatie (‘vooraf’) beïnvloedt het Gedrag en bepaalt ook of Gedrag gewenst of ongewenst is. En het Gevolg van het Gedrag (‘achteraf’) beïnvloedt of het Gedrag afneemt of toeneemt.
In de ene situatie zal bepaald gedrag ontstaan, in de andere niet. Bij de ene ouder (die bijvoorbeeld veel structuur en rust biedt) vertoont een structuurbehoeftig kind bij het ochtendritueel veel minder uitstel van aankleden (=gedrag) dan bij de andere ouder (die weinig structuur en rust biedt). En de situatie bepaalt of bepaald gedrag gewenst of ongewenst is. Zo is het gedrag ‘rennen’ in de pauze op school gewenst gedrag. Maar is ‘rennen’ in de klas ongewenst gedrag. Daarnaast heeft gedrag ook altijd een gevolg (positief, neutraal of negatief) aan de ‘achterkant’.