Overzicht meldingen vertrouwensinspecteurs KO 2019 - 2021

Overzicht meldingen vertrouwensinspecteurs KO 2019 - 2021

2022 | Rijksoverheid
Gratis

Omschrijving

Vanaf 1 juli 2013 is in de Wet kinderopvang bepaald dat een houder van een kinderopvangorganisatie, wanneer er mogelijke vermoedens zijn van een misdrijf tegen de zeden1 of mishandeling2 bij een kind dat gebruik maakt van de geboden kinderopvang, een overlegplicht heeft. 3 Het gaat daarbij om mogelijke vermoedens jegens een ‘met taken belast persoon’, dit kan o.a. gaan om een medewerker, een chauffeur, een gastouder en daarnaast bijvoorbeeld om huisgenoten van een gastouder. De vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs zijn zowel voor het onderwijs als voor de kinderopvang het aanspreekpunt. Voor het onderwijs geldt een vrijwel identieke verplichting die bestuurders van scholen hebben wanneer het gaat om vermoedens van seksueel misbruik door een met taken belast persoon.

Overlegplicht houders Houders zijn verplicht mogelijke vermoedens van seksueel misbruik (zedenmisdrijven) en geweld (mishandeling) gepleegd door een met taken belast persoon, conform de wettelijke overlegplicht, voor te leggen aan de vertrouwensinspecteur. Daarbij zijn de volgende elementen van belang:
- het moet gaan om een mogelijk vermoeden van een misdrijf tegen de zeden en/of mishandeling;
- de dader is een met taken belast persoon (bijvoorbeeld een pedagogisch medewerker) van de opvang;
- het slachtoffer is een minderjarig kind dat opvang krijgt bij of via de opvang. 

Als tijdens het overleg wordt geconcludeerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit (zeden of mishandeling), is de houder verplicht hiervan direct aangifte te doen bij de politie.4 De vertrouwensinspecteur ziet er op toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Wanneer er onvoldoende grond is voor aangifte of bij twijfel hierover, kan een melding door de houder bij de politie ook een mogelijke vervolgstap zijn. De vertrouwensinspecteur adviseert hierin en volgt de genomen stappen. De wettelijke meldplicht van medewerkers in de kinderopvang5 , om vermoedens van misdrijven door een met taken belast persoon bij de houder van het kindercentrum te melden, borgt dat vermoedens bij de houder terechtkomen en zo gevolg kan worden gegeven aan de overlegplicht.