De kinderopvang, waaronder de buitenschoolse opvang (BSO), is van groot belang voor de arbeidsparticipatie van ouders en het combineren van arbeid en zorg. Ook levert kinderopvang een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen, het verminderen van achterstanden en het bevorderen van gelijke kansen. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren zijn voorzieningen van goede kwaliteit vereist; toegankelijk voor alle kinderen, betaalbaar voor alle ouders en eenvoudig van opzet. De SER beveelt het komende kabinet aan een stabiel en toekomstbestendig stelsel voor alle kinderen te realiseren.
“Willen we echt iets veranderen in de manier waarop de arbeidsmarkt werkt, dan zullen we de kinderopvang inclusiever, beter toegankelijk, eenvoudiger en betaalbaarder moeten maken. Belangrijk om te behouden zijn de keuzevrijheid van ouders, de diversiteit van het aanbod, het ondernemerschap en de innovatieve kracht van de sector”. Bas ter Weel, kroonlid SER
Een breed toegankelijk en inclusief stelsel
De SER adviseert om een financieel toegankelijk aanbod van 2 dagen kinderopvang per week voor alle jonge kinderen te realiseren. In de kinderopvangtoeslag komt de eis dat ouders moeten werken, te vervallen, allereerst voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Stapsgewijs zal ook voor kinderen van 4 tot 13 jaar een financieel toegankelijk aanbod van 2 dagen opvang per week moeten worden gerealiseerd. Bij de stappen moet rekening worden gehouden met de uitvoerbaarheid en haalbaarheid. Houd daarbij ook rekening met de capaciteit van personeel en huisvesting, schrijft de Raad.
Aantrekkelijker buitenschoolse opvang
De raad wil dat de buitenschoolse opvang aantrekkelijker wordt en een belangrijke rol gaat spelen in de brede talentontwikkeling van kinderen. Het stimuleren van gelijke schooltijden op alle weekdagen (continurooster) valt aan te bevelen om de kwaliteit te verbeteren. De Raad beveelt aan dat een sluitend dagarrangement voorziet in aantrekkelijke buitenschoolse activiteiten, volwaardige arbeidscontracten voor personeel van de BSO en geschikte locaties voor onderwijs en kinderopvang. Ook moet er specifiek aandacht komen voor het ontwikkelen van programma’s voor schoolgaande kinderen met een achterstand en het inhalen van mogelijke vertraging als gevolg van de coronacrisis. Aandacht voor een gezonde levensstijl met gezonde voeding en sport zijn daarbij van belang.
Opvang die betaalbaar is voor alle ouders
De SER stelt voor om de betaalbaarheid van kinderopvang te vergroten, vooral voor de lage en de middeninkomens en de financiering van kinderopvang te vereenvoudigen. Het ontzorgen van ouders staat daarbij voorop. Het herijken en monitoren van het maximumuurtarief voor opvang in lijn met de ontwikkeling van de reële kostprijs is noodzakelijk. Daarmee komt kinderopvang voor meer ouders binnen bereik. Met deze voorstellen kunnen kindvoorzieningen een wezenlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van alle kinderen. Door deze verandering in maatschappelijke functie is volgens de raad een relatief hogere bijdrage van de overheid noodzakelijk. In de komende kabinetsperiode moet worden nagegaan hoe, in nauwe samenwerking met de betrokken partijen, een nieuw financieringsstelsel kan worden ingericht, waarbij bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag rechtstreeks kan worden overgemaakt aan de kinderopvangorganisaties. Bij een nieuwe wijze van financiering blijven ruimte voor ondernemerschap en differentiatie van het aanbod in stand en wordt de toegang voor alle groepen gefaciliteerd.
Urgentie
De urgentie om in de komende kabinetsperiode stappen te zetten is hoog. De kinderopvangtoeslagaffaire heeft gezorgd voor veel leed en een forse deuk in het vertrouwen bij ouders. Daarnaast heeft de coronacrisis op een aantal problemen in onze samenleving het vergrootglas gelegd. De kansenongelijkheid is een van die problemen. In het herstel hiervan kan de kinderopvangsector een belangrijke rol vervullen.
Knelpunten
De voorstellen van de SER bieden oplossingen voor een aantal knelpunten. Een daarvan is dat kinderopvang beperkt toegankelijk is, namelijk alleen voor kinderen van wie beide ouders werken. Kinderopvang wordt als duur ervaren en de regels ingewikkeld. De hoogte van de toeslag kan variëren als gevolg van bijvoorbeeld wisselende inkomsten en het loont niet altijd om meer uren te gaan werken: er blijft netto te weinig over van het meer verdiende salaris omdat het toeslagpercentage daalt. Bovendien groeit het aantal gewerkte uren weinig door de Nederlandse cultuur van deeltijdwerk. School-, opvang- en werktijden sluiten nog steeds onvoldoende op elkaar aan. De manier waarop het primair onderwijs, de kinderopvang en de buitenschoolse opvang georganiseerd zijn, beïnvloedt de keuzes van wie werkt en hoeveel.