Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
'Mag ik er zijn, zoals ik ben?' is een vraag waar jonge kinderen erg mee bezig zijn. De voorschoolse leeftijd is immers dé leeftijd bij uitstek waarin de identiteit gevormd wordt. Het is echter ook de leeftijd waarin de eerste vooroordelen opduiken.
Dit werkboek biedt concrete suggesties om peuters en kleuters te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun identiteit en bij het leren respectvol om te gaan met anderen. Daarbij gaat het om een reeks praktische en eenvoudige activiteiten, die zijn uitgetest in diverse kindercentra, zowel kinderdagverblijven als buitenschoolse opvang.
De in Spiegeltje, spiegeltje... beschreven activiteiten worden theoretisch onderbouwd en in samenhang gebracht binnen een heldere visie over opvoeden in diversiteit. De afronding van de activiteiten met oefeningen en besprekingen maakt deze uitgave tot een handzaam werkboek voor teambegeleidingen en opleidingen.
Met direct uitvoerbare activiteiten rond:
De kern van dit boek bestaat uit enkele tientallen activiteiten voor peuters en kleuters. Het zijn activiteiten die stuk voor stuk in de praktijk in kinderdagverblijven en onderbouw basisscholen uitgetest werden. Elk van deze activiteiten kan kinderen helpen om zich bewust te worden van zichzelf, om zich goed te voelen bij wie ze zijn en om tegelijk ook respect te leren opbrengen voor wie ‘anders’ is, om te leren gaan met de diversiteit in de samenleving. De activiteiten worden zeer concreet uitgewerkt en vaak zijn ze geïllustreerd met observaties in de groepen waar ze werden toegepast. Op die manier kan iedereen er makkelijk mee aan de slag. Op het gevaar af om over te komen als schoolmeesters die met het opgeheven vingertje hun leerlingen de les willen lezen, willen we vooraf toch een waarschuwing laten horen. Uit de praktijk blijkt immers dat eenzelfde activiteit zowel kan bijdragen tot de doelstellingen van dit boek, als er ook tegen in gaan. Alles hangt immers af van de context waarin de activiteiten plaats hebben en van de manier waarop de opvoeder met de kinderen omgaat. Het opvoeden van kinderen is een te ingewikkelde zaak om zomaar te kunnen zeggen hoe je het hoort te doen. Het essentiële, de omgang tussen de volwassene en het kind, is nauwelijks in woorden te vatten. Dit is dus – hoewel het een zeer praktisch boek is – geen receptenboek. We hebben de activiteiten laten voorafgaan door een uitgebreide inleiding. Daarin willen we de context van deze activiteiten duidelijk maken en het kader schetsen waarbinnen ze hun plaats hebben. We willen de lezer dan ook graag aanmanen om deze inleiding grondig door te nemen, voor de concrete activiteiten te beginnen.
Dit inleidende deel begint met een pedagogisch project dat rekening houdt met de uitdagingen die hierboven staan. Dat wordt samengevat in vier doelstellingen. Het is geïnspireerd door het werk van Louise Derman-Sparks uit de Verenigde Staten, maar het werd grondig aangepast aan onze Europese context. We baseren ons daarbij op het kader dat werd uitgewerkt in het boek De blik van de Yeti. Over het opvoeden van jonge kinderen tot zelfbewustzijn en verbondenheid (Vandenbroeck, 1999).
In de volgende hoofdstukken worden de twee belangrijkste doelstellingen voor de jongste leeftijd uitgewerkt en daarna komen enkele belangrijke thema’s zoals meertaligheid aan bod. Vele activiteiten in het tweede deel van dit boek zijn gebaseerd op een goede wisselwerking van de kinderen met de ouders. Daarom wordt aan die ouderkind-relatie ook in het eerste deel heel wat aandacht geschonken. Het eerste deel sluit ten slotte af met enkele praktische hoofdstukken over de inrichting van de groep, het spelmateriaal en de organisatie van activiteiten. Deze hoofdstukken vormen het praktisch kader, voorafgaand aan de eigenlijke activiteiten zelf.
Elk van de hoofdstukken uit het eerste deel wordt afgesloten met een paragraaf Discussiepunten in het team. Daar vindt de lezer eenvoudige opgaven, gaande van denkoefeningen over observaties tot discussievragen, die de gelegenheid geven de inhoud van dit hoofdstuk te verwerken met collega’s. Het zijn vragen die (eventueel met enige aanpassing) ook toelaten deze onderwerpen in een opleiding in te bouwen. Voor wie over deze thema’s opleidingen geeft, raden we echter aan om zich wat meer te verdiepen in deze materie. Daarvoor vindt de lezer een aantal bronnen achterin dit boek. We verwijzen echter graag ook naar het boek De blik van de Yeti (Vandenbroeck, 1999) dat speciaal voor opleidingssituaties is geschreven.