Kinderen1 bewegen tegenwoordig minder en minder goed. Slechts 55% van de kinderen tussen 4 en 11 jaar en 34% van de kinderen tussen de 12 en 18 jaar voldoet aan de beweegrichtlijn (1). De fysieke fitheid is bovendien minder goed ontwikkeld dan 20 jaar geleden (2), waarbij vooral opvalt dat het coördinatieve vermogen van kinderen steeds verder achteruitgaat (3). Zo hebben kinderen bijvoorbeeld steeds vaker last van sportblessures. Meer dan de helft van de geblesseerde sporters die op de spoedeisende hulp terechtkomt, is in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. In bijna 60% van de gevallen is de oorzaak een val. Het is bekend dat motorisch goed leren vallen, letsel kan verminderen (4).
Een goed ontwikkelde motorische fitheid is voor iedereen belangrijk, en het rijk erkent de uitdaging die er ligt om de negatieve trendbreuk van te weinig bewegen én op de juiste manier bewegen, tegen te gaan. Het Nationaal Sportakkoord, deelakkoord ‘Van jongs af aan vaardig in bewegen’, roept partijen op om mogelijk te maken dat kinderen niet alleen meer, maar ook beter te leren bewegen (9). Binnen dit deelakkoord wordt de ambitie uitgesproken om de neerwaartse spiraal van de motorische vaardigheid van kinderen naar boven toe om te buigen.
Met deze whitepaper wil Kenniscentrum Sport overzicht en inzicht creëren in wat beter leren bewegen is en professionals stimuleren vanuit meerdere kanten over dit vraagstuk na te denken en te handelen (integrale visie en aanpak).
Kinderen leren op verschillende plekken bewegen. Binnen het gezin, maar ook op de kinderopvang, school, in de wijk en bij de sportaanbieder. De motorische ontwikkeling is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van ouders maar aangezien kinderen een groot deel van hun tijd ook op andere plekken verblijven, is het een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is van belang dat professionals in de verschillende sectoren gezamenlijk het belang inzien van bewegen en motorische vaardigheid. Daarnaast is het gebruik van effectieve aanpakken en afstemming van aanpakken aan te bevelen.
Deze whitepaper richt zich dan ook op professionals die de kwaliteit én het plezier in sport en bewegen bij kinderen en jongeren van 0 - 18 jaar willen vergroten. Voor beleidsmakers en -uitvoerders. Voor degenen die beroepsmatig rechtstreeks contact hebben met ouders en kinderen, zoals de pedagogische medewerkers, vakleerkrachten bewegingsonderwijs, groepsleerkrachten, intern begeleiders (IB-ers), kinderfysiotherapeuten, jeugdartsen, buurtsportcoaches en (professionele) sporttrainers.
In de whitepaper komt aan bod wat we bedoelen met motorische ontwikkeling en motorisch vaardig zijn en wat de mogelijkheden zijn om de achteruitgang van de motorische fitheid tegen te gaan (hoofdstukken 1 en 2). Vervolgens staan we stil bij de settings waarin kinderen bewegen, spelen en sporten (hoofdstuk 3). De hoofdstukken 4 en 5 gaan over wat er bekend is vanuit de wetenschap, welke goede praktijkvoorbeelden er zijn en waarom die voorbeelden succesvol zijn.
*1 Kinderen van 4 tot 18 jaar. In deze whitepaper richten we ons op kinderen van 0 tot 18 jaar.