Wetenschap  - Peuters en kleuters in één groep

Wetenschap - Peuters en kleuters in één groep

Productgroep BBMP 05 2024
3,95
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Op vierjarige leeftijd maken kinderen de overgang van kinderopvang naar de kleuterklas. Van de ene op de andere dag zitten kleuters in een grotere groep met vaak één professional. Het werkveld vond dat dit anders kon, wat leidde tot het initiatief van zogenaamde peuter-kleutergroepen. Hoe is de kwaliteit in deze groepen? En wat zijn de ervaringen van peuters en kleuters in deze groepen?

Nederland kent strikt gescheiden systemen voor kinderopvang en basisonderwijs. Op verschillende plekken zijn er echter peuter-kleutergroepen ingevoerd, begeleid door een pedagogisch medewerker en een leerkracht die structureel samenwerken aan een doorgaande lijn. Deze groepen voldoen vaak niet aan de wet- en regelgeving voor de kinderopvang. Bijvoorbeeld omdat de groepen groter zijn of omdat de beroepskracht-kindratio afwijkt of er afgeweken wordt van het werken in stamgroepen. GGD-inspecteurs en gemeentes gaan hier verschillend mee om, variërend van gedogen tot handhaven. Voor een aantal peuter-kleutergroepen betekent dit dat ze zijn gesloten.

Pilotonderzoek
Tot op heden is er weinig bekend over de kwaliteit in peuter-kleutergroepen. Er zijn plannen van overheidswege om experimenteerruimte te geven aan kindcentra of scholen om peuter-kleutergroepen te starten, waarbij gemonitord wordt wat de kwaliteit is. Eerder is er in 2021/2022 een klein pilotonderzoek uitgevoerd bij negen locaties, 27 professionals (leerkrachten en pedagogisch medewerkers) en 85 kinderen. (1) Sommige locaties gebruikten de peuter- kleutergroep om de overgang van de kinderopvang naar de kleuterklas soepeler te laten verlopen (‘zachte landing'). 
Andere locaties gebruikten de peuter-kleutergroep (ook) om bepaalde kinderen beter te kunnen begeleiden. Zo werden er soms kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong geïndiceerd voor deze groep of juist kinderen met een achterstand.
Ook de frequentie en wijze van mengen van peuters en kleuters varieerde. In kader 1 worden twee voorbeelden gegeven. De meeste groepen hadden 14-16 kinderen, één pedagogisch medewerker en één leerkracht.