4 Anders naar ruimte leren kijken
Als deskundige binnenruimte moet je niet alleen uitleggen en voordoen, maar alles vooral ook visueel maken voor je pedagogisch medewerkers.
Simone Sorber
8 Spelen is een vak
Sylvia Deneer en Annemieke Brinkhoff vertellen over de pedagogische inrichtingsstijl bij KION kinderopvang. Die is gericht op het stimuleren van betrokken en ontwikkelgericht spel.
Audrey van den Ham
10 Een pedagogische visie op ruimtegebruik
Huis de B heeft dit jaar de allereerste BK-Speelruimte Award gewonnen. De Groningse kinderopvangorganisatie heeft als missie om kinderen vrije speelruimte te bieden.
Petra Winters
16 Neem een eigen ontwerpteam in huis
Het inrichtingsteam van TintelTuin valt onder de facilitaire afdeling en heeft een eigen technische dienst die op locaties de inrichting uitvoert in samenwerking met interieurbouwers.
Talitha Huges
20 Hoe krijg je pedagogisch medewerkers mee?
Je ruimte passend maken bij je pedagogische visie én de huisstijl. Hero kindercentra pakt dit zorgvuldig aan, met respect voor de gevoeligheden van medewerkers.
Barbara Hermsen en Laura Hoogcarspel
23 Medewerkers bepalen zelf de inrichting
Een aantal samenwerkende kinderopvangorganisaties in de regio Leiden geeft pedagogisch medewerkers alle vrijheid voor eigen keuzes in ruimte- en kleurgebruik en van ontwikkelingsgericht materiaal.
Marinda Fischer
24 Ontprikkelend restylen
Door juiste restyling wordt er rust gecreëerd en dat heeft een positief effect op kinderen én medewerkers. In gesprek met Lisa Meijers, projectmedewerker inrichting bij Humankind.
Daniëlla Bastin
26 Zorgen voor een natuurlijke verlichting
Om kinderen op de juiste manier te stimuleren en niet te overprikkelen kun je verlichting goed inzetten.
Laura Hovenkamp
28 Vijftig jaar Mundo kinderopvang
Deelnemers aan de feestelijke viering van vijftig jaar Mundo werpen een blik op de toekomst en duiken in de leefwereld van Generatie Z.
Maaike Lemmens
34 Kanteel neemt ruimte om te leren
Het scheppen van een lerend klimaat in je organisatie vraagt om’ accountable zijn’. Iedereen doet wat nodig is als een situatie daar om vraagt en neemt daar verantwoordelijkheid voor.
Nancy Kerstens-de Graauw, Freddie Sliepenbeek en Nancy Schuurmans
38 Samenwerking in ikc’s
Samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang is een goed idee, maar hoeft niet per definitie ‘samen onder één dak’.
Ilse Raasing
EN VERDER...
7 De Ondernemer > Corona Koek
Verplichte vaccinaties?
33 De Jurist > Martin van der Linden
Ethiek bij overnames
41 Kopgroep kinderopvang > Maaike Vaes
Het recht op minder jeugdzorg
42 Boeken > Hoex en Bijsterbosch Schoen en Meter
Mindset
44 Wetenschap > Pauline Slot en Ruben Fukkink
Peuters en kleuters in één groep
48 Signalementen > Nieuws en publicaties
Dat de inrichting van de groepsruimte invloed heeft op het spel van kinderen en daarmee op het werk van de pedagogisch professional is inmiddels geen verrassing meer. Toch gaan we ervan uit dat iedereen met een catalogus in de hand een prima ingerichte ruimte kan realiseren. Echter, het ontbreekt vaak aan samenhang met de overige groepsruimtes en aan een eigen uitstraling van de organisatie.
Betreft het pedagogisch professionals die het leuk vinden om ruimte in te richten en er ook nog gevoel voor hebben, dan ziet die ene ruimte er mogelijk inspirerend uit. Maar het ontbreken van samenhang en eigen uitstraling frustreerde mij toen ik 25 jaar geleden begon in de kinderopvang als ‘kunstenaar op de groep’.
Ik coachte pedagogisch professionals in het begeleiden van het creatieve proces van de kinderen. Al snel kwam ik erachter dat de inrichting de kinderen niet genoeg stimuleerde en dat ze niet betrokken bleven in hun spel.
Na meerdere experimenten ben ik de knelpunten van de pedagogisch professionals gaan onderzoeken en heb ik een ontwerp gemaakt van mijn ‘ideale’ hoeken, in hún ruimtes. Toen viel het kwartje. Ik moest niet alleen uitleggen en voordoen, maar alles ook visueel maken voor de pedagogisch professionals. Zo konden de professionals zich een voorstelling maken en beter inzien hoe een ruimte voorwaardenscheppend kon worden. Kinderen kwamen nu wel in de juiste ‘flow’ tijdens hun spel. Ik liet zien dat het meubilair moet aansluiten bij het kind in maatvoering en kinderen sturen in waar ze iets kunnen pakken en opruimen, zonder te overprikkelen.
4 Anders naar ruimte leren kijken
Als deskundige binnenruimte moet je niet alleen uitleggen en voordoen, maar alles vooral ook visueel maken voor je pedagogisch medewerkers.
Simone Sorber
8 Spelen is een vak
Sylvia Deneer en Annemieke Brinkhoff vertellen over de pedagogische inrichtingsstijl bij KION kinderopvang. Die is gericht op het stimuleren van betrokken en ontwikkelgericht spel.
Audrey van den Ham
10 Een pedagogische visie op ruimtegebruik
Huis de B heeft dit jaar de allereerste BK-Speelruimte Award gewonnen. De Groningse kinderopvangorganisatie heeft als missie om kinderen vrije speelruimte te bieden.
Petra Winters
16 Neem een eigen ontwerpteam in huis
Het inrichtingsteam van TintelTuin valt onder de facilitaire afdeling en heeft een eigen technische dienst die op locaties de inrichting uitvoert in samenwerking met interieurbouwers.
Talitha Huges
20 Hoe krijg je pedagogisch medewerkers mee?
Je ruimte passend maken bij je pedagogische visie én de huisstijl. Hero kindercentra pakt dit zorgvuldig aan, met respect voor de gevoeligheden van medewerkers.
Barbara Hermsen en Laura Hoogcarspel
23 Medewerkers bepalen zelf de inrichting
Een aantal samenwerkende kinderopvangorganisaties in de regio Leiden geeft pedagogisch medewerkers alle vrijheid voor eigen keuzes in ruimte- en kleurgebruik en van ontwikkelingsgericht materiaal.
Marinda Fischer
24 Ontprikkelend restylen
Door juiste restyling wordt er rust gecreëerd en dat heeft een positief effect op kinderen én medewerkers. In gesprek met Lisa Meijers, projectmedewerker inrichting bij Humankind.
Daniëlla Bastin
26 Zorgen voor een natuurlijke verlichting
Om kinderen op de juiste manier te stimuleren en niet te overprikkelen kun je verlichting goed inzetten.
Laura Hovenkamp
28 Vijftig jaar Mundo kinderopvang
Deelnemers aan de feestelijke viering van vijftig jaar Mundo werpen een blik op de toekomst en duiken in de leefwereld van Generatie Z.
Maaike Lemmens
34 Kanteel neemt ruimte om te leren
Het scheppen van een lerend klimaat in je organisatie vraagt om’ accountable zijn’. Iedereen doet wat nodig is als een situatie daar om vraagt en neemt daar verantwoordelijkheid voor.
Nancy Kerstens-de Graauw, Freddie Sliepenbeek en Nancy Schuurmans
38 Samenwerking in ikc’s
Samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang is een goed idee, maar hoeft niet per definitie ‘samen onder één dak’.
Ilse Raasing
EN VERDER...
7 De Ondernemer > Corona Koek
Verplichte vaccinaties?
33 De Jurist > Martin van der Linden
Ethiek bij overnames
41 Kopgroep kinderopvang > Maaike Vaes
Het recht op minder jeugdzorg
42 Boeken > Hoex en Bijsterbosch Schoen en Meter
Mindset
44 Wetenschap > Pauline Slot en Ruben Fukkink
Peuters en kleuters in één groep
48 Signalementen > Nieuws en publicaties
Deze zomer raakte een kinderopvangorganisatie met een paar buitenschoolse opvangen en een dagverblijf ergens in Zuid-Holland in de problemen. Deze problemen waren er feitelijk al jaren, maar het onvermijdelijke werd steeds vooruitgeschoven, met steeds ernstiger gevolgen.
De kinderopvangorganisatie had grote schulden, en meerdere rechtsvormen voor dezelfde organisatie liepen door elkaar. Personeel werd niet (volledig) betaald, kinderen dronken ‘shotjes’ uit de drankkast van het bestuur, een kind raakte een vingertopje kwijt en een ander kind brak de arm. De houder, die consequent onvoldoende personeel inzette, personeel intimideerde, moeders ‘aanvullende diensten verleende’ en daarna zelf liever op de bank thuis zat dan op de locatie, wuifde kritiek en bezwaren weg.
Ongelukken weglachen
Door het enorme gebrek aan bso-plaatsen stelde de gemeente het onvermijdelijke steeds uit. Het bange personeel – ‘Wie praat wordt niet betaald’ – hield de mond bij GGD-controles, papieren werden vervalst. Zo functioneerde er een in werkelijkheid niet-bestaande pedagogisch coach. Ongelukken en bijna-ongelukken werden verzwegen of weggelachen. Kinderen werden niet opgehaald van school, zwierven zelf op een fiets door de stad. En ik kan nog wel even doorgaan.
Onze organisatie werd in eerste instantie ingehuurd om de houder in kwestie bij te staan om orde op zaken te stellen. Toen dat een niet-haalbare kaart bleek en wij afscheid namen, werden wij door de gemeente benaderd om zorg te dragen voor het doorstarten van de buiken tenschoolse opvanglocaties.
Na zorgvuldig intern overleg zijn wij hiervoor gegaan. Ook al is het niet onze rol om houder te spelen. Onze overweging was dat het de snelste manier zou zijn om de (inmiddels via een bevel gesloten vestigingen) zo snel mogelijk correct te heropenen. Na een deal met de inmiddels ook in het spel gekomen curator werden de houderwissels ingediend bij de gemeente.
Dit was tegen het zere been van de houder, wat op zich erg begrijpelijk is. Hij ging op jacht naar andere partijen waarmee hij zijn praktijken kon voortzetten. Deze partijen trokken zich echter allemaal terug. Zij zagen al snel dat de verhalen niet klopten en er al een houderwissel-verzoek liep. Op één partij na, een grote organisatie die, laten we zeggen, ‘samenwerkt in de kinderopvang’.
Opnieuw hebben VVD en D66 een wetsvoorstel ingediend over het verplichten van vaccinatie in de kinderopvang. Ik heb er bij diverse gelegenheden met branchegenoten over gesproken in de afgelopen jaren. Het verraste me toch dat veel van de mensen die ik sprak dit initiatief steunen.
De redenering klinkt ook heel logisch. Een vaccinatieplicht verhoogt de gemiddelde vaccinatiegraad. Dat zou blijken uit onderzoek. En ik kan me daar ook wel wat bij voorstellen. Als je niet kunt werken als je kind niet gevaccineerd is, dan zullen de twijfelaars wellicht toch over de streep komen. Als de vaccinatiegraad stijgt en de dekkingsgraden komen weer boven de 92 procent, dan worden uitbraken van gevaarlijke kinderziektes als polio en mazelen voorkomen. Dat is veiliger voor alle kinderen.
Als we zeker wisten dat het zo zou werken, dan stond ik ook direct op de barricades. We werken allemaal in de kinderopvang omdat we persoonlijk verbonden zijn met het welzijn van kinderen. Toch vrees ik dat we hier te gemakkelijk in de val stappen van rekenkundige gemiddelden en niet voldoende afwegen of het verplicht vaccineren om gebruik te kunnen maken van kinderopvang echt lokaal en overal het verschil maakt.
Onderscheid
De lage vaccinatiegraad ontstaat voornamelijk in een paar te onderscheiden groepen. Het zijn de hoger opgeleide ouders, die alles biologisch en natuurlijk willen houden. Voor het gemak maar even de eco-chique ouders genoemd. En daarnaast zijn het de groepen ouders die om gelovige of culturele redenen hun kinderen niet vaccineren. Meestal wonen deze groepen ook bij elkaar in de buurt.
Huis de B is een centrum voor kinderopvang in de wijk Kostverloren in de stad Groningen, met een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en een vve-aanbod. Huis de B is in 2024 de winnaar van de allereerste BK Speelruimte Award. De jury is unaniem en prijst Huis de B om zijn ijzersterke verhaal.
De missie van Huis de B is helder: samen spelen, samen leren en van alles uitproberen. Leren door vallen en opstaan. Zowel in het pedagogisch beleid als in het veiligheidsbeleid staat deze missie centraal.
Zo bouwt Huis de B al 33 jaar aan een speelparadijs voor kinderen van 2 tot 12 jaar. Zowel binnen als buiten is er opvallend veel ruimte. Het gebouw, de tuin, het plein en de speeltuin van Huis de B zijn van zichzelf al een rijke speelomgeving. De kinderen krijgen veel inspraak en vrijheid en dat valt de award-jury op.
De jury voor de BK Speelruimte Award 2024 bestaat uit Mark Mieras (wetenschapsjournalist), Myrte van Gurp (directeur PPINK) en Nienke Willering (manager- bestuurder BOinK). Juryvoorzitter Mark Mieras: ‘De liefde en het plezier spat er bij Huis de B vanaf. De organisatie biedt kinderen een grote variatie aan spelmogelijkheden en ondersteunt kinderen in hun autonomie. Kinderen krijgen hier alle ruimte om hun eigen spel te ontwikkelen en te exploreren.’
Experimenteren
Samen spelen, samen leren en van alles uitproberen. Dit is wat Huis de B kinderen wil laten ervaren. Onderzoeken en experimenteren, leren door vallen en opstaan. Wij geven kinderen de ruimte om vrij te spelen, om te leren wie ze zijn en met respect voor elkaar op te groeien. Dit met een scala aan activiteiten waar kinderen uit kunnen kiezen.
Kinderen kunnen in Huis de B avonturen beleven, leren om elkaar te helpen, om samen te lachen en te huilen, hun creativiteit ontwikkelen, te hollen, te lachen, gewoon wat aan te rommelen, uit te rusten, zich te vervelen en weer door te gaan. Ieder kind krijgt bij ons elke dag een nieuwe kans. We sluiten niemand buiten en we helpen kinderen om zichzelf te ontdekken. Spelen is daarbij noodzakelijk, want kinderen leren veel van vrij spel.
In de kinderopvang speelt de ruimte waarin kinderen zich bevinden een cruciale rol in hun ontwikkeling. Hero kindercentra heeft een duidelijke visie op hoe de inrichting van de opvanggroepen bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen en de dynamiek op de groep.
Volgens Laura Hoogcarspel, inhoudelijk manager pedagogiek en vve bij Hero kindercentra, functioneert een goed doordachte ruimte als een ‘derde pedagoog’, naast de kinderen zelf en de pedagogisch medewerkers. Een inspirerende ruimte kan op een speelse manier uitdagen om te ontdekken en te leren. Terwijl een goed gestructureerde omgeving bijdraagt aan een gevoel van veiligheid en rust. Bij de herinrichting van een opvanglocatie is het belangrijk om bij de doorvertaling van de pedagogische visie naar de fysieke inrichting, de pedagogisch medewerkers mee te nemen in het hele proces. Veel medewerkers voelen zich sterk verbonden met hun groep en de inrichting daarvan, wat het moeilijk kan maken om veranderingen te omarmen. Hoe kun je medewerkers meenemen zonder dat ze hun werkplezier of betrokkenheid verliezen?
Uitdaging
Laura: ‘Veel pedagogisch medewerkers werken al jarenlang op dezelfde locatie en hebben vaak zelf bijgedragen aan de inrichting. Ze voelen een persoonlijke band met de ruimte. Veranderingen kunnen dan gevoelig liggen, omdat medewerkers zich snel kunnen afvragen of wat ze in het verleden hebben gedaan nog wel gewaardeerd wordt.’
Wanneer een locatie wordt gekozen voor herinrichting, bekijkt Laura samen met de projectmanager, clustermanager en het team, wat er aangepast moet worden om de ruimte passend te maken bij de pedagogische visie van Hero kindercentra én de huisstijl. Dit proces vraagt om zorgvuldigheid en respect voor de gevoeligheden van medewerkers.
Laura: ‘Het gaat er niet om dat er wat verkeerd is, maar dat we met een frisse blik kijken hoe we de ruimte nog beter kunnen laten aansluiten bij de behoeften van kinderen en medewerkers.’
In de vorige editie van Kindcentrum BBMP hebben jullie een artikel (‘Alles wat je aandacht geeft groeit’) kunnen lezen over het waarderend onderzoek van onze toenmalige beleidsmedewerker Janneke Verdiesen (2022). Dit werkte voor Kanteel als een pilot. Nu informeren we je – met trots – over hoe we met de uitkomsten van het onderzoek zijn omgegaan.
Het waarderend onderzoek van Verdiesen bij Kanteel was gericht op het verkrijgen van inzicht in hoe samenwerken en samen leren in de organisatie kan bijdragen aan een verbinding tussen pedagogisch beleid en pedagogische praktijk én op de ontwikkeling van het pedagogisch handelen.
Uit deze pilot volgde een grondige theoretische onderbouwing, waar we mee aan de slag zijn gegaan op vier locaties. Dit was een mooie impuls, waarvan we geleerd en gezien hebben wat werkt en niet werkt. Hieruit kwamen voornemens die we verweefden in ons dagelijks handelen op de desbetreffende locaties.
Maar hoe zie je dit in onze gehele organisatie terug? Bij al onze veertig locaties? Voor meer dan 6000 kinderen en bijna 800 medewerkers? En dan elke dag opnieuw?
Regels en protocollen
Het scheppen van een lerend klimaat in een branche waar regels en protocol leidend zijn geworden, gaat niet van vandaag op morgen. Het vraagt geduld, vertrouwen, lef, inspanning. Het vraagt om’ accountable zijn’. Doen wat nodig is omdat een situatie dat vraagt en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Op alle domeinen binnen de organisatie.
We steken daarom in op houding, gedrag, competenties, (persoonlijk) leiderschap, samenhang en samenwerking. En vakmanschap en professionaliteit natuurlijk. We praten met elkaar, in plaats van over elkaar. We nemen de ruimte om van elkaar te leren.
Daarbij willen we afdelingsoverstijgend en soms ook locatie-overstijgend werken. Onze talenten breed benutten. Het is een grote en ambitieuze opdracht waar we bij Kanteel graag mee bezig zijn. Hoe zetten we de waarderende houding in bij deze organisatieontwikkeling en hoe zijn we daarnaast ook nog lerend?
Als pedagogisch coach ben ik werkzaam op verschillende kinderdagverblijven en bso’s binnen onze organisatie. Wij gaan uit van de kracht van pedagogisch medewerkers. Binnen onze organisatie bepalen zij daarom de indeling en het gebruik van ruimte.
Ik werk op kinderdagverblijf De Uitvinder en Het Leidsche Tuynhuis, buitenschoolse opvang De Goudzoekers en voor Stichting Boter Kaas en Overblijf. Deze stichting verzorgt tussenschoolse opvang en heeft vijf bso's. We zijn particuliere organisaties die met elkaar samenwerken, zonder overkoepelende naam.
Ik weet als geen ander hoe belangrijk de ruimte van een kinderdagverblijf is voor de pedagogisch medewerker en voor de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat de ruimte in de kinderopvang werkbaar is en prettig aanvoelt voor de pedagogisch medewerkers. Dat is even belangrijk als het creëren van een fijne omgeving voor kinderen. Medewerkers brengen namelijk veel tijd door in deze omgeving en spelen een centrale rol in het vormgeven van de pedagogische ervaring. Een ruimte die goed is ingericht voor het werk van pedagogisch medewerkers, stelt ze in staat om hun taken optimaal uit te voeren en geeft hen ook zelf een gevoel van comfort en welzijn. Pedagogisch medewerkers moeten zich thuis kunnen voelen in de ruimte, net zoals de kinderen. En dat kan op verschillende manieren.
Vrijheid
Binnen onze organisatie vinden wij het belangrijk dat pedagogisch medewerkers betrokken worden bij de inrichting van de ruimte. Sterker nog, zij bepalen zelf hoe zij de ruimte indelen, welke kleuren ze willen gebruiken en welk (ontwikkelingsgericht) materiaal ze het liefst op de groep hebben. Zij kennen de dynamiek van de groep en de specifieke behoeften van de kinderen, maar ook die van henzelf, het beste.
Met de vrijheid die onze pedagogisch medewerkers hebben, creëren zij ruimtes die zowel kindvriendelijk als functioneel zijn. Denk bijvoorbeeld aan meubels die zowel voor kinderen als volwassenen comfortabel zijn, of ruimtes die zowel open en toegankelijk zijn voor kinderen, maar ook overzichtelijk voor medewerkers. Wel werken wij op locaties graag met thema’s, die vind je wel terug in iedere ruimte. Zelfs onze algemene ruimtes, zoals de hal en de keuken, doen hierin mee.
Een eigen ontwerpteam is voor een kinderopvangorganisatie vrij bijzonder en echt iets om trots op te zijn. Als TintelTuin-team hebben we een pedagogisch inrichtingsplan ontwikkeld dat we momenteel uitrollen over ruim 90 locaties in Amsterdam, Zaanstreek en Waterland. We zitten nog volop in het proces, maar we willen graag iets over onze aanpak delen.
In de afgelopen jaren is het pedagogisch beleid van TintelTuin doorontwikkeld. Met de nieuwe inrichting sluiten we volledig aan op de pedagogische visie van TintelTuin. Zo bieden we de basis voor een inrichting van de speelleeromgeving waar kinderen met vertrouwen nieuwe uitdagingen kunnen aangaan, spelen en in hun ontwikkeling kunnen groeien. Ook is er meer ruimte gekomen voor autonomie en het zelfstandig handelen van de kinderen en is de visie op inrichting aangepast om zo beter aan te sluiten op de manier van leren en ontwikkelen van kinderen in onze huidige tijd.
Daarnaast was er behoefte om de babyopvang anders in te richten en is er in 2018 een nieuwe groepsvorm, de exclusieve babygroep, ontwikkeld voor kinderen van 0 tot circa 1 jaar. Daarna pakten we de dreumes-peutergroep voor kinderen van 1 tot 4 jaar aan en hebben we de richtlijnen voor de inrichting van de bso, voorschoolen peuterspelen-groepen bepaald. Inmiddels hebben we alle groepsvormen binnen TintelTuin een keer van een nieuwe inrichting voorzien. En het inrichtingsconcept waar we in de basis altijd vanuit gaan verankerd in het pedagogisch inrichtingsbeleid voor groepen met kinderen tussen 0 en 12 jaar.
Veel vloeroppervlak
We richten de speelleeromgeving in met natuurlijke materialen, zoals houten kasten en lampen van riet, duurzaam spelmateriaal en rustige warme kleuren op de muur. En zorgen voor zoveel mogelijk vloeroppervlak voor spelen. Bij herinrichting van kdv-groepen vervangen we de grote tafels (met vaste banken) voor dertien tot zestien kinderen door kleinere hoge en lage tafels, waaraan kinderen met pedagogisch medewerkers in groepjes samen eten. We zien dat zo meer tafelgesprekjes ontstaan en er meer aandacht is voor elkaar.
Kinderen spelen ook graag aan de lage tafels. Ze worden veel intensiever gebruikt dan de oude grote hoge tafels, zeker als er geen stoelen omheen staan. Aan de lage tafels hebben kinderen veel bewegingsvrijheid en leren ze zo al vroeg dingen zelf te doen, zoals drinken inschenken of een cracker smeren, het vergroot hun autonomie.
Bij het snelle leven in onze prestatiegerichte maatschappij ligt overprikkeling van het brein op de loer. Iedere dag deadlines, e-mails, chats, social media en een eindeloze mentale to do-lijst. Dat allemaal terwijl je werkt in een drukke, prikkelrijke omgeving vol kinderen. Pittig! De afgelopen jaren zijn we een stuk wijzer geworden over het effect van de ruimte op het welbevinden.
Door juiste restyling kan er rust gecreëerd worden en dat heeft een positief effect op de kinderen én op de medewerkers. Ik ga hierover in gesprek met Lisa Meijers, projectmedewerker inrichting bij Humankind.
Zij vertelt dat Humankind gaat voor een betere wereld. Daarom investeert de organisatie veel in het welbevinden van de kinderen en de medewerkers. Ook het restylen van locaties en kantoren hoort daarbij. Als projectmedewerker inrichting krijgt Lisa dagelijks te maken met allerlei hulpvragen over kleur, indeling, meubel- en materiaalgebruik. Lisa: ‘Waar we een aantal jaren geleden binnen Humankind voor felle primaire kleuren kozen om een speelse en vooral prikkelende omgeving te creëren, willen we nu vooral “ontprikkelen”.
Laatst was ik op de elfde landelijke ikc-dag. Sinds dit jaar zit ik iedere zes weken aan de ‘bestuurstafel’ samen met het college van bestuur van een grote onderwijsorganisatie en een collega-bestuurder uit de kinderopvang. ‘Zullen we samen naar de ikc-dag gaan?’, vroeg een van de schoolbestuurders. Een dag waar ik nooit zo warm voor liep omdat ik niet direct geloof in een ikc.
Ik grapte nog dat ik moest denken aan mijn imago en niet wilde dat mensen ons samen zouden zien. Ik heb mij namelijk altijd best pittig uitgesproken en ‘uitgeschreven’ via columns, over de lastige samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Maar natuurlijk, we zijn samen naar de ikc-dag gegaan. Samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang vind ik een goed idee, maar ik geloof niet per defi nitie in ‘samen onder één dak’. Ook zie ik meer in samenwerking tussen partijen die werken met kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar.
We vergeten namelijk gemakkelijk de kinderen van 12-plus, juist een doelgroep die er vaak een beetje verloren bij hangt. Je maakt als kind een enorme stap van je beschermde ‘dorpsschooltje’ naar de middelbare school, vaak in een andere gemeente of wijk, en dat moet allemaal maar ‘gewoon’ lukken. Nou, dat lukt helemaal niet zo gewoon. Hoeveel kinderen vallen niet uit in dat eerste jaar? Voelen zich onveilig, worden gepest, horen er niet bij? Veel.
Platteland
Bovendien is samengaan (in één gebouw) vaak niet eens haalbaar. Zeker niet op het platteland met allemaal kleine schooltjes en kinderopvanglocaties met een relatief klein aantal kinderen. Onze organisatie zit bijvoorbeeld in een piepklein dorpsschooltje, tussen de weilanden met koeien en weidevogels. Uitermate ‘charmant’ om daar bso aan te bieden.
Logischerwijs willen niet alleen kinderen van die ene school naar deze bso, ook kinderen van elders. En waarom niet? Hoe leuk is het dat andere kinderen, van andere scholen, elkaar treffen op die plek? Dat je vrienden kunt worden met anders dan alleen kinderen uit je klas?
Aan tafel zijn twee kleuters met kwasten en verf in de weer. Tongen uit de mond, volledig geconcentreerd. Even verderop voeren enkele oudere kinderen met aandacht een zelfbedacht toneelstuk op. ‘Als we dat zien op onze locaties, weten we dat onze aanpak voor inrichting en spelmateriaal werkt.’ In gesprek met Sylvia Deneer en Annemieke Brinkhoff over de pedagogische inrichtingsstijl bij KION kinderopvang.
Aan de andere kant van de ruimte die ik bezoek wordt gebouwd met zand, magnetische steentjes en stukjes boomstam. Ook hier open monden, geconcentreerde blikken en even vergeten wat er om je heen gebeurt. Dát is betrokken spel. En dat is wat we willen voor de kinderen, vertelt Sylvia Deneer.
Sylvia is beleidsmedewerker pedagogiek en kwaliteit bij KION. Ik spreek haar samen met Annemieke Brinkhoff, pedagogisch inrichtingsadviseur, ook bij KION. Samen met collega’s verzorgen zij de pedagogische inrichting van de KION- KION kinderopvanglocaties. Hun focus: het stimuleren van betrokken en ontwikkelingsgericht spel.
‘Een goede inrichting en uitdagend spelmateriaal prikkelen de nieuwsgierigheid van kinderen’, vertelt Sylvia. ‘Kinderen ontdekken zelf wat ze kunnen doen met het materiaal, en dat is vaak meer dan wij vooraf kunnen bedenken. Als pedagogisch medewerker speel je daarop in door het spel te begeleiden of te verdiepen. Het is echt niet nodig om alles voor te doen of uit te leggen aan kinderen. In een uitnodigende omgeving volgen kinderen vanzelf hun fantasie. En juist dat betrokken spel zorgt voor ontwikkeling.’
In 2025 bestaat kinderopvang Mundo vijftig jaar. Gedurende die tijd is er enorm veel veranderd in de wereld en dat vraagt voortdurend om aanpassen, ontwikkelen en groeien. Zo is er een nieuwe generatie ouders en hebben professionals andere waarden, wensen en belangen dan vijftig jaar geleden. Maar zijn deze belangen wel zo anders?
Met deze vraag verzamelden collega’s en partners van Mundo zich september 2024 in het indrukwekkende Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De middag begint dan ook met een wandeling langs de opgeslagen kunstwerken. Er zijn maar weinig plaatsen op de wereld waar je zo’n bijzondere inkijk krijgt. Het is een treffende plek om samen te komen, want zowel in de kinderopvang, het onderwijs als in dit depot worden kostbaarheden met zorg bewaard en voorbereid op de wereld van morgen.
Eenmaal aangekomen op het dak, bijt Petra Zwang, wethouder in Schiedam, het spits af. Petra spreekt haar waardering uit voor Mundo. Vijftig jaar geleden startte de kinderopvang in Schiedam. Monique Dongelmans, bestuurder van kinderopvang Mundo, neemt ons hierna mee in een korte reis door de tijd. Waar vroeger ‘lief zijn voor de kinderen’ als voldoende werd gezien, ligt de focus nu op de integrale ontwikkeling van kinderen en een doorlopende lijn naar het onderwijs.
De rol van Mundo als betrouwbare, stabiele ‘community’ voor ouder en kind, is daarbij van groot belang. En zo’n community bouw je samen.
Samenwerken
Het belang van een hechte samenwerking, legt illusionist en trainer Jan Reinder vervolgens haarfijn uit. Hij weet als geen ander hoe het brein werkt en aan de hand van kleine magische experimenten maakt hij (soms pijnlijk) duidelijk dat we als individu helemaal niet zo onafhankelijk zijn als we zelf graag denken.
Op vierjarige leeftijd maken kinderen de overgang van kinderopvang naar de kleuterklas. Van de ene op de andere dag zitten kleuters in een grotere groep met vaak één professional. Het werkveld vond dat dit anders kon, wat leidde tot het initiatief van zogenaamde peuter-kleutergroepen. Hoe is de kwaliteit in deze groepen? En wat zijn de ervaringen van peuters en kleuters in deze groepen?
Nederland kent strikt gescheiden systemen voor kinderopvang en basisonderwijs. Op verschillende plekken zijn er echter peuter-kleutergroepen ingevoerd, begeleid door een pedagogisch medewerker en een leerkracht die structureel samenwerken aan een doorgaande lijn. Deze groepen voldoen vaak niet aan de wet- en regelgeving voor de kinderopvang. Bijvoorbeeld omdat de groepen groter zijn of omdat de beroepskracht-kindratio afwijkt of er afgeweken wordt van het werken in stamgroepen. GGD-inspecteurs en gemeentes gaan hier verschillend mee om, variërend van gedogen tot handhaven. Voor een aantal peuter-kleutergroepen betekent dit dat ze zijn gesloten.
Pilotonderzoek
Tot op heden is er weinig bekend over de kwaliteit in peuter-kleutergroepen. Er zijn plannen van overheidswege om experimenteerruimte te geven aan kindcentra of scholen om peuter-kleutergroepen te starten, waarbij gemonitord wordt wat de kwaliteit is. Eerder is er in 2021/2022 een klein pilotonderzoek uitgevoerd bij negen locaties, 27 professionals (leerkrachten en pedagogisch medewerkers) en 85 kinderen. (1) Sommige locaties gebruikten de peuter- kleutergroep om de overgang van de kinderopvang naar de kleuterklas soepeler te laten verlopen (‘zachte landing').
Andere locaties gebruikten de peuter-kleutergroep (ook) om bepaalde kinderen beter te kunnen begeleiden. Zo werden er soms kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong geïndiceerd voor deze groep of juist kinderen met een achterstand.
Ook de frequentie en wijze van mengen van peuters en kleuters varieerde. In kader 1 worden twee voorbeelden gegeven. De meeste groepen hadden 14-16 kinderen, één pedagogisch medewerker en één leerkracht.
Of het nu thuis, in de kinderopvang, op school of werk is, juiste verlichting is belangrijk. We hebben niet alleen licht nodig om te zien, het beïnvloedt ook onze biologische klok. Om kinderen op de juiste manier te stimuleren en niet te overprikkelen kun je verlichting goed inzetten.
Het juiste licht kan zorgen voor meer focus, meer betrokkenheid en het activeert. Daarentegen kan licht ook zorgen voor stress en slaapproblemen, wanneer bijvoorbeeld je dagritme wordt verstoord door verkeerde lichtniveaus.
We hebben het hier over het fysieke en mentale welzijn zoals dat in ‘biophilic design’ wordt beschreven. Biophilic design zorgt voor een samenhang van licht (verlichting), omgeving (binnen- en buitenruimte), warmte, ventilatie en kijk op de seizoenen. Zodanig dat mensen (in dit geval het kind en de medewerker) zich senang voelen in hun (stedelijke) omgeving. In de kinderopvang kun je twee vragen stellen over verlichting: wat is het belang van (algemene) kunstmatige verlichting op de groep? En hoe belangrijk is het om dit aandacht te geven?
Huidige situatie
In veel gevallen is onze huidige verlichting in het plafondsysteem opgenomen door middel van lichtbakken of grote spots. Deze lichtbakken en spots zorgen voor een volledig algemene verlichting, meestal zonder de mogelijkheid om te dimmen. Dit soort verlichting zorgt voor een algemene brij van licht zonder contrast.
Het verschil tussen daglicht en algemeen licht is dan in veel gevallen moeilijk te onderscheiden en neemt de aandacht weg van de raampartijen waar daglicht naar binnen komt. Zonde dat het dagritme en het voorbij schreiden van de seizoenen dan minder wordt opgemerkt. Terwijl daglicht juist zorgt voor een natuurlijk ritme, wat het welzijn bevordert.